Strengetjes oude wol
Ongeveer 25 jaar geleden heb ik de weefcursus in Delft gedaan. Behalve bindingsleer, technieken en ontwerpen, leerden we er ook wol verven. Dat deden we heel erg precies en ik heb een aantal strengetjes wol geverfd in alle kleuren van de regenboog, die heel erg mooi in elkaar overliepen. Die strengetjes wol heb ik aan een stok gehangen, en die zijn een paar keer meeverhuisd, en hingen nu weer in “mijn” kamertje. Toen ik ze daar ging ophangen, had ik al gevoeld dat de wol heel erg stug was, en hier en daar had ook een motje lekker zitten eten. Er moest iets mee gedaan worden, breien en dan vilten, maar wat? Toevallig zag ik dat één van mijn tassen hier en daar wat kapot ging, dus de wolletjes zouden een tas worden. Het was nog een hele klus om alle kleurtjes tot één patroon te verwerken, maar het is me toch gelukt.
Op een rondbreinaald heb ik alle strengetjes in de tinten rood/geel/groen gebreid tot een enorme zak, de draadjes die door de motten waren doorgeknaagd heb ik gewoon aan elkaar geknoopt, want de tas werd toch gevilt. Met de blauw/rode strengetjes heb ik een enorme sliert gebreid als hengsel, een klein mobielvakje en een i-cordje om mijn sleutels aan vast te maken, zodat die niet onderin verdwalen.
Het vilten in de wasmachine vond ik in het begin een beetje eng, dus met een lekker zeepje en goed heet water in de wastafel geprobeerd de zak te vervilten. Het werd wel iets steviger, maar echt vilt werd het niet. Waar ik bang voor was dat de zak of het mobielzakje zou dichtvilten, bleef uit. Dus toch maar in de wasmachine, op 40 graden. Wat duurt dat lang….. Toen de tas eruit kwam, was die al een stuk kleiner, maar nog niet stevig genoeg, vond ik. Terug in de wasmachine en op 60 graden! Weer een uur later kwam er een prachtige, stevige tas tevoorschijn.