Archive for the ‘breien’ Category

Noorse sokken

zaterdag, november 12th, 2011

Het heeft een tijdje geduurd, maar mijn echte Noorse sokken zijn nu helemaal af. In de zomervakantie ben ik begonnen. Ik had mooie KnitPro sokkenbreinaalden gekocht, die zijn lekker kort, heel glad en mooi om te zien. Het patroon had ik van de site van Dropsgarn geplukt, en het daarbij behorende garen gekocht (Delight, blauw gemeleerd en Fabel, effen zwart). Alles paste maar net in een tennisballenkoker, maar zo kon het wel in de auto mee naar Noorwegen. Onderweg kon ik zo ook af en toe een stukje breien. En de koker ging overal mee naar toe, ik heb veel aan waterkanten zitten breien, als Eelco aan het vissen was. Toen we in Nederland terug waren, zag ik tot mijn schrik dat ik één bloempatroon halverwege had verward met het sterrenpatroon. Ik had geen zin om de sok meteen uit te halen, maar ik ben eerst begonnen met een tweede sok. Nadat die “tweede sok”  helemaal af was, heb ik toch de eerste uitgehaald tot aan de fout.
De sokken waren al een tijdje af, ze moesten alleen nog afgehecht worden. Ondertussen was ik alweer begonnen aan een ander breiwerk, eigenlijk waren er al weer twee werkjes bijgekomen! Vandaag heb ik beide sokken afgehecht, en zag ik weer dat de achterkant ook heel netjes is geworden. De sokken heb ik meteen aangetrokken, en ondanks dat ik de puntneusjes niet zo leuk vind, zitten ze heel lekker. En ik ben er eigenlijk wel erg trots op.

Noorse ølvotter

donderdag, september 15th, 2011

Tijdens de vakantie in Noorwegen zag ik in een huisvlijt (husflid) winkeltje in Trysil prachtige wol, en ik kon het ook niet laten om één bol Sandnes mini Palett te kopen.
In de etalage stonden ook twee vilten bekers, met een manchet eraan gebreid. Die vond ik heel erg leuk, en het patroon kostte slechts de helft van een douchebeurt op de camping (5 Kroner). Ik moest daar alleen ook twee bollen wol bij kopen. Dus ook nog een lichte en donker grijze bol Fritidsgarn (ook van Sandnes) erbij. Het breipatroon was in het Noors, en met de één jaar Noorse les en een woordenboek kon ik het patroon vertalen. Tijdens het breien had ik alleen geen idee waar ik mee bezig was. Helaas had ik geen goede foto kunnen maken, dus het was een beetje een gok.
Tijdens het vertalen bleek de beker een bierwant te heten (ølvott), het origineel komt uit IJsland en het patroon is van Marit. Toen ik uiteindelijk klaar was, had ik een enorme grijsgestreepte bierwant. Onderaan het patroon stond dat je moest “fell av” (afhechten) en “tov” (vilten). Daar had ik in eerste instantie overheen gelezen.
Onze zoon was erg enthousiast, maar wilde liever geen pluizen in zijn mond als hij een biertje drinkt, dus ging de enorme beker in de wasmachine. De gevilte bierwant is klaar, maar gaat het er nu om dat je handen niet bevriezen tijdens het bierdrinken in de winter, of is het om je bier niet te snel te laten afkoelen?
(Als je de vertaling van het patroon wilt hebben, kan je me een reply sturen, ik stuur het je dan toe als Word bestand).

Heide, wol en een mandje

zondag, september 11th, 2011

In een vorig stukje had ik al iets geschreven over het spinnen van de wol in de kleuren van de (Noorse) heide. Toen wilde ik er nog een mutsje van breien, maar daar had ik te weinig wol voor gesponnen. Het is een bakje geworden, met een gedraaid hengseltje. Dat patroon wil ik wel uitleggen, maar dat wordt een erg technisch en lang verhaal, en het staat ook in “A second treasury of magical knitting” van Cat Bordhi. Nadat het gebreid was, was het een slap mandje, dat in elkaar zakte. Om het steviger te maken heb ik het gevilt, eerst met de hand, en later nog eens in de wasmachine.

En toen had ik zelfs nog een beetje garen over, daar heb ik een mini sokje van gebreid, die nu aan mijn fietssleutel hangt. En met dat hele kleine beetje garen dat ik nu nog over heb, kan ik nog een klein pakje inpakken.

 

 

 

 

 

Poncho van Habu

zondag, mei 8th, 2011

Van het geld dat ik op de Handwerkbeurs in Zwolle had verdiend met de spintol-lessen heb ik een pakketje garens van Habu gekocht. Twee cones stainless/silk en één cone merino in donkerblauw, samen met een beschrijving van een poncho in een mooi tasje. Meteen na de beurs ben ik begonnen, heb ik het weer uitgehaald, ben weer begonnen, en heb het ook weer uitgehaald. Na een tijdje toch maar weer opgepakt toen ik van iemand had gehoord dat het echt wel mooi wordt. En ik ben gewoon doorgegaan, eerst een stukje alleen met het roestvrijstaal, daarna samen met het merino garen in een kantpatroontje breien. Ik durf niet te zeggen dat elke patroontje ook goed is uitgevoerd, want met twee heel dunne draadjes tegelijk een gaatje breien, gaat niet altijd perfect. En uithalen is echt heel lastig. Een paar weken heb ik elke avond netjes één patroontje gebreid, en vandaag heb ik de poncho in elkaar genaaid. Ik weet nog niet hoe ik de poncho ga dragen, maar het staat vast erg mooi op een wit shirtje.
Het leuke van het roestvrij stalen draadje is dat je het een beetje kan verfrommelen, dan blijft de vorm er ook een beetje in zitten. En ik moet wel een beetje oppassen met onweer, misschien trek ik dan de bliksem wel aan!

 

Twee paar sokken

zondag, mei 8th, 2011

Voor mezelf heb ik een paar sokken gebreid van een garen dat ik een paar jaar geleden op een beurs heb gekocht. Ik heb het gebreid met een boemerang (of jojo) hiel. Op de breiclub bij de Spinners noemen ze het ook wel de hiel met de kruisjes. Voor de hiel moet je een dubbele steek maken, en daarbij trek je de steek over de naald heen. Dan zie je over de naald een soort kruisje liggen. Op de opleiding heb ik geleerd dat er een gleufje ontstaat als je met 4 naalden gaat breien. Op de overgangen van de naalden kunnen de steken een beetje tussenruimte krijgen. Als je de draad stevig aantrekt na de laatste steek, heb je daar geen last meer van.
Omdat er geen banderolletje meer om het garen zat, heb ik het even onderworpen aan de brandproef. Ik ben er niet helemaal zeker van, maar wol is het in ieder geval niet, eerder iets waar ook katoen in zit.

De baby sokjes zijn gebreid voor Tess van een restje Sunset van Drops, waarvan ook de omslagdoek van Fenna is gemaakt. Het patroon heb ik van Ravelry geplukt. De teentjes moesten worden afgehecht met een Kitchener stitch (of grafting), dat staat op You Tube goed uitgelegd. Je moet het even droog oefenen, maar dan wordt het wel erg netjes.

Een warm kopje thee

zondag, maart 13th, 2011

Voor een verjaardag wilde ik iets breien, maar de jarige kan niet tegen wol. Geen sokken, polswarmers of sjaaltje dus. Maar wat dan wel?
Geïnspireerd door het wilde breien, en een mooi kopje, ben ik aan de slag gegaan. Met een restje dikke wol (Eskimo van Drops in de kleur poeder/aqua) die ik nog over had van een paar dikke sokken), ben ik begonnen met een aantal steken op te zetten en in de rondte te breien. Na een paar toeren kon ik alweer aan het minderen gaan. Dit moest ik wel een paar keer opnieuw proberen om het “jasje” passend te krijgen.  Toen het breisel wel goed paste, heb ik het kopje aangekleed. Door de vorm van het kopje, gleed het jasje weer naar beneden. Met een lekker heet badje heb ik de wol een beetje vervilt, en ondersteboven laten drogen, zo nu en dan een beetje met mijn handen in vorm geduwd. Uiteindelijk kon het worden ingepakt, samen met een plantje munt!

Familie Moebius

zaterdag, februari 19th, 2011

Ik heb al een paar projecten van me op dit weblog gezet, maar één van de eerste (sinds ik als “herintreedster” in de breiwereld ben beland) was een Moebius-sjaal. Op de Breibink bij de Spinners zag ik er eentje, en meteen heb ik boeken (Cat Bordhi’s Magical knitting) en het internet afgezocht naar een patroon, ik vond een instructiefilmpje, en ben aan de slag gegaan. De wol heb ik bij WOOOL gekocht in Den Haag.

Een Moebius heeft een draai in het breiwerk en je breit het op een rondbreinaald. Dat betekent dat je zowel de voor- als de achterkant van het breiwerk kan zien. Ik wilde ook kabels breien, maar die zijn niet mooi aan de achterkant. Er volgde een tweede zoektocht, en hulp van andere breisters. En het is heel simpel! Je breit altijd een kabel met tricot steek, maar als je die vervangt door een boordsteek, dan zien de kabels er aan beide kanten mooi uit. Ik gebruikte 1 recht – 1 averecht voor de boordsteek, en je ziet bijna niet dat het een boordje is.

Met Sinterklaas kreeg mijn moeder een bolletje wol en een rondbreinaald, en dezelfde avond heeft ook zij voor het computerscherm de Moebius opgezet. Ondertussen heeft zij deze weer uitgehaald, omdat die te lang was. Maar er volgt vast weer een hele mooie. Vervolgens heeft zij de instructie doorgestuurd naar haar zus, die pas geleden een foto stuurde van háár Moebius.

Strengetjes oude wol

zaterdag, februari 5th, 2011

Ongeveer 25 jaar geleden heb ik de weefcursus in Delft gedaan. Behalve bindingsleer, technieken en ontwerpen, leerden we er ook wol verven. Dat deden we heel erg precies en ik heb een aantal strengetjes wol geverfd in alle kleuren van de regenboog, die heel erg mooi in elkaar overliepen. Die strengetjes wol heb ik aan een stok gehangen, en die zijn een paar keer meeverhuisd, en hingen nu weer in “mijn” kamertje. Toen ik ze daar ging ophangen, had ik al gevoeld dat de wol heel erg stug was, en hier en daar had ook een motje lekker zitten eten. Er moest iets mee gedaan worden, breien en dan vilten, maar wat? Toevallig zag ik dat één van mijn tassen hier en daar wat kapot ging, dus de wolletjes zouden een tas worden. Het was nog een hele klus om alle kleurtjes tot één patroon te verwerken, maar het is me toch gelukt.

Op een rondbreinaald heb ik alle strengetjes in de tinten rood/geel/groen gebreid tot een enorme zak, de draadjes die door de motten waren doorgeknaagd heb ik gewoon aan elkaar geknoopt, want de tas werd toch gevilt. Met de blauw/rode strengetjes heb ik een enorme sliert gebreid als hengsel, een klein mobielvakje en  een i-cordje om mijn sleutels aan vast te maken, zodat die niet onderin verdwalen.

Het vilten in de wasmachine vond ik in  het begin een beetje eng, dus met een lekker zeepje en goed heet water in de wastafel geprobeerd de zak te vervilten. Het werd wel iets steviger, maar echt vilt werd het niet. Waar ik bang voor was dat de zak of het mobielzakje zou dichtvilten, bleef uit. Dus toch maar in de wasmachine, op 40 graden. Wat duurt dat lang…..  Toen de tas eruit kwam, was die al een stuk kleiner, maar nog niet stevig genoeg, vond ik. Terug in de wasmachine en op 60 graden! Weer een uur later kwam er een prachtige, stevige tas tevoorschijn.

Nog een omslagdoek met blokken

zaterdag, januari 8th, 2011

Als Fenna boven op haar kamer huiswerk zit te maken, heeft ze vaak mijn omslagdoek om.
Voordat ik het wist had ze mooie kleurtjes uitgezocht (Drops Fabel 310 sunset en 330 berrydreams) en een patroon van de Drops-site (125-17).  Fenna wist precies wat ze wilde, en welke kleur ik moest gebruiken voor welk blok.

Het was weer een leuke uitdaging, mijn stekenverhouding is niet helemaal hetzelfde, dus moest ik hier en daar wat aanpassen (en soms eerst weer iets uithalen). En ik heb het patroon niet helemaal gevolgd, omdat ik het niet mooi vond om steken op te nemen, ik heb later de grootste blokken aan elkaar genaaid.

Thrummed mittens

zaterdag, januari 8th, 2011

Na het breien van de omslagdoek van Fenna was er nog wol over (Drops Fabel 330 berry dreams) en we hadden nog losse paarse wol van de Spinners liggen, die kleurden heel goed bij elkaar. Ik was ergens op internet een patroon van “thrummed mittens” tegengekomen, dat is engels voor het breien van wanten met losse wol aan de binnenkant. In het engels is dat dus sneller gezegd.

Op internet staan een paar video’s die de techniek uitleggen. Ik ben als volgt te werk gegaan:

  • eerst van de lontwol kleine sliertjes losgetrokken van ongeveer 8 cm
  • dan kan je de sliertjes gaan inbreien in je patroon, eerst moet je dus al een stukje gebreid hebben
  • je steekt je breinaald in de steek onder de steek die op de naald staat (de vorige toer dus)
  • dan pak je het sliertje wol, en legt het over de naald (aan beide kanten evenveel wol)
  • je haalt de wol dan door die onderste steek (alsof je een steek breit)
  • de steek die op de naald staat brei je gewoon (de draad haal je over het sliertje)
  • als laatste haal je het sliertje over de gebreide steek

Met deze techniek zit het sliertje netjes vast, je kan ook gewoon het sliertje meebreien, maar ik denk dat dat minder stevig is.

De wanten krijgen zo plukjes wol aan de binnenkant en verdikte steken aan de buitenkant. Je kan ze recht boven elkaar breien, of in een patroontje. Tijdens het dragen gaan de plukjes vervilten en worden het een soort klontjes, dat is de bedoeling, en ze worden er lekker warm door!